Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

préférer
Beaucoup d’enfants préfèrent les bonbons aux choses saines.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

économiser
Vous pouvez économiser de l’argent sur le chauffage.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

pardonner
Elle ne pourra jamais lui pardonner cela!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

fonctionner
La moto est cassée; elle ne fonctionne plus.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

comparer
Ils comparent leurs chiffres.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

pendre
Les deux sont suspendus à une branche.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.

investir
Dans quoi devrions-nous investir notre argent?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

mélanger
Le peintre mélange les couleurs.
mengen
De schilder mengt de kleuren.

acheter
Ils veulent acheter une maison.
kopen
Ze willen een huis kopen.

éditer
L’éditeur édite ces magazines.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.

construire
Quand la Grande Muraille de Chine a-t-elle été construite?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
