Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/129300323.webp
touch
The farmer touches his plants.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/47062117.webp
get by
She has to get by with little money.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/123834435.webp
take back
The device is defective; the retailer has to take it back.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/113415844.webp
leave
Many English people wanted to leave the EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/99207030.webp
arrive
The plane has arrived on time.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/84850955.webp
change
A lot has changed due to climate change.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/67955103.webp
eat
The chickens are eating the grains.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/108991637.webp
avoid
She avoids her coworker.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
You must stop at the red light.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/4553290.webp
enter
The ship is entering the harbor.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/43100258.webp
meet
Sometimes they meet in the staircase.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.
cms/verbs-webp/41918279.webp
run away
Our son wanted to run away from home.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.