Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/106725666.webp
check
He checks who lives there.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/91603141.webp
run away
Some kids run away from home.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/120624757.webp
walk
He likes to walk in the forest.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/68779174.webp
represent
Lawyers represent their clients in court.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
cms/verbs-webp/123844560.webp
protect
A helmet is supposed to protect against accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/112970425.webp
get upset
She gets upset because he always snores.
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accept
Credit cards are accepted here.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/108520089.webp
contain
Fish, cheese, and milk contain a lot of protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/80427816.webp
correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/119404727.webp
do
You should have done that an hour ago!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/65840237.webp
send
The goods will be sent to me in a package.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/109588921.webp
turn off
She turns off the alarm clock.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.