Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

לקחת
היא צריכה לקחת הרבה תרופות.
lqht
hya tsrykh lqht hrbh trvpvt.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.

לשלוח
החברה הזו שולחת מוצרים לכל העולם.
lshlvh
hhbrh hzv shvlht mvtsrym lkl h’evlm.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.

להעדיף
הבת שלנו לא קוראת ספרים; היא מעדיפה את הטלפון שלה.
lh’edyp
hbt shlnv la qvrat sprym; hya m’edyph at htlpvn shlh.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

יודע
היא יודעת הרבה ספרים כמעט על פי פה.
yvd’e
hya yvd’et hrbh sprym km’et ’el py ph.
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.

לזרוק ל
הם זורקים את הכדור אחד לשני.
lzrvq l
hm zvrqym at hkdvr ahd lshny.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.

להסתכל
יכולתי להסתכל למטה לחוף מהחלון.
lhstkl
ykvlty lhstkl lmth lhvp mhhlvn.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.

לחקור
האנשים רוצים לחקור את מאדים.
lhqvr
hanshym rvtsym lhqvr at madym.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.

להודות
הוא הודה לה בפרחים.
lhvdvt
hva hvdh lh bprhym.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.

להאזין
היא מאזינה ושומעת צליל.
lhazyn
hya mazynh vshvm’et tslyl.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

לערבב
יש לערבב מצרכים שונים.
l’erbb
ysh l’erbb mtsrkym shvnym.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

שחרר
אסור לך לשחרר את האחיזה!
shhrr
asvr lk lshhrr at hahyzh!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
