Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws
בודק
הוא בודק מי גר שם.
bvdq
hva bvdq my gr shm.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
להקים
הבת שלי רוצה להקים את הדירה שלה.
lhqym
hbt shly rvtsh lhqym at hdyrh shlh.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
למיין
יש לי עוד הרבה ניירות למיין.
lmyyn
ysh ly ’evd hrbh nyyrvt lmyyn.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
להדגיש
הוא הדגיש את ההצהרה שלו.
lhdgysh
hva hdgysh at hhtshrh shlv.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
לשבת
היא יושבת ליד הים בשקיעה.
lshbt
hya yvshbt lyd hym bshqy’eh.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
לצבוע
צבעתי לך תמונה יפה!
ltsbv’e
tsb’ety lk tmvnh yph!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
לשלם
היא שולמת באינטרנט בכרטיס אשראי.
lshlm
hya shvlmt bayntrnt bkrtys ashray.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
היוו יחסים
השניים היוו יחסים.
hyvv yhsym
hshnyym hyvv yhsym.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
להבין
אני לא יכול להבין אותך!
lhbyn
any la ykvl lhbyn avtk!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
איך לתאר
איך ניתן לתאר צבעים?
ayk ltar
ayk nytn ltar tsb’eym?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
לצטרך
אתה צריך מקית להחליף את הצמיג.
ltstrk
ath tsryk mqyt lhhlyp at htsmyg.
nodig hebben
Je hebt een krik nodig om een band te verwisselen.