Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/859238.webp
ausüben
Sie übt einen ungewöhnlichen Beruf aus.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/10206394.webp
ertragen
Sie kann die Schmerzen kaum ertragen!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/118026524.webp
empfangen
Ich kann ein sehr schnelles Internet empfangen.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/19351700.webp
bereitstellen
Man stellt den Urlaubern Strandkörbe bereit.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/32312845.webp
ausschließen
Die Gruppe schließt ihn aus.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/3270640.webp
verfolgen
Der Cowboy verfolgt die Pferde.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/79201834.webp
verbinden
Diese Brücke verbindet zwei Stadtteile.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/110667777.webp
verantworten
Der Arzt verantwortet die Therapie.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/62000072.webp
übernachten
Wir übernachten im Auto.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/101890902.webp
herstellen
Wir stellen unseren Honig selbst her.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/47225563.webp
mitdenken
Beim Kartenspiel muss man mitdenken.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/110401854.webp
unterkommen
Wir sind in einem billigen Hotel untergekommen.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.