Woordenlijst

Duits – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/51573459.webp
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/99602458.webp
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/61826744.webp
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/46565207.webp
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/119913596.webp
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/118759500.webp
oogsten
We hebben veel wijn geoogst.
cms/verbs-webp/117490230.webp
bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/118567408.webp
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/119895004.webp
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/90309445.webp
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.