Woordenlijst

Roemeens – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/106851532.webp
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/123170033.webp
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
cms/verbs-webp/91930542.webp
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/109766229.webp
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/40632289.webp
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/123380041.webp
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/115153768.webp
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.