Woordenlijst

Italiaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/88597759.webp
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/121820740.webp
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/57574620.webp
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/110347738.webp
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/57207671.webp
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/113671812.webp
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/49374196.webp
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/116835795.webp
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/128644230.webp
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.