Woordenlijst

Italiaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/123546660.webp
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/129300323.webp
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/33564476.webp
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/34979195.webp
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/96710497.webp
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/115520617.webp
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/119379907.webp
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/102169451.webp
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/33599908.webp
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.