Woordenlijst

Hongaars – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/59552358.webp
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/5135607.webp
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/130814457.webp
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/123519156.webp
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/60395424.webp
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/77738043.webp
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/12991232.webp
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/104167534.webp
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/87153988.webp
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/106665920.webp
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.