Woordenlijst

видеть

Вы видите лучше в очках.

videt‘

Vy vidite luchshe v ochkakh.

zien

Je kunt beter zien met een bril.

ссылаться

Учитель ссылается на пример на доске.

ssylat‘sya

Uchitel‘ ssylayetsya na primer na doske.

verwijzen

De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.

приходить

Папа, наконец, пришел домой!

prikhodit‘

Papa, nakonets, prishel domoy!

thuiskomen

Papa is eindelijk thuisgekomen!

прогонять

Один лебедь прогоняет другого.

progonyat‘

Odin lebed‘ progonyayet drugogo.

wegjagen

De ene zwaan jaagt de andere weg.

висеть

Оба висят на ветке.

viset‘

Oba visyat na vetke.

hangen

Ze hangen beide aan een tak.

производить

Мы производим электричество с помощью ветра и солнца.

proizvodit‘

My proizvodim elektrichestvo s pomoshch‘yu vetra i solntsa.

genereren

We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

вызывать

Сахар вызывает многие болезни.

vyzyvat‘

Sakhar vyzyvayet mnogiye bolezni.

veroorzaken

Suiker veroorzaakt veel ziekten.

находить жилье

Мы нашли жилье в дешевом отеле.

nakhodit‘ zhil‘ye

My nashli zhil‘ye v deshevom otele.

onderdak vinden

We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

ударять

Они любят ударять, но только в настольном футболе.

udaryat‘

Oni lyubyat udaryat‘, no tol‘ko v nastol‘nom futbole.

schoppen

Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

болтать

Он часто болтает со своим соседом.

boltat‘

On chasto boltayet so svoim sosedom.

kletsen

Hij kletst vaak met zijn buurman.

упоминать

Босс упомянул, что уволит его.

upominat‘

Boss upomyanul, chto uvolit yego.

vermelden

De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

заблудиться

В лесу легко заблудиться.

zabludit‘sya

V lesu legko zabludit‘sya.

verdwalen

Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.