Woordenlijst

влиять

Не позволяйте другим влиять на вас!

vliyat‘

Ne pozvolyayte drugim vliyat‘ na vas!

beïnvloeden

Laat je niet door anderen beïnvloeden!

иметь в собственности

У меня есть красный спортивный автомобиль.

imet‘ v sobstvennosti

U menya yest‘ krasnyy sportivnyy avtomobil‘.

bezitten

Ik bezit een rode sportwagen.

проходить мимо

Двое проходят мимо друг друга.

prokhodit‘ mimo

Dvoye prokhodyat mimo drug druga.

voorbijgaan

De twee lopen elkaar voorbij.

предпочитать

Наша дочь не читает книг; она предпочитает свой телефон.

predpochitat‘

Nasha doch‘ ne chitayet knig; ona predpochitayet svoy telefon.

verkiezen

Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.

облагать налогом

Компании облагаются налогами различными способами.

oblagat‘ nalogom

Kompanii oblagayutsya nalogami razlichnymi sposobami.

belasten

Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

готовить

Она готовит торт.

gotovit‘

Ona gotovit tort.

bereiden

Ze bereidt een taart.

одобрять

Мы с удовольствием одобряем вашу идею.

odobryat‘

My s udovol‘stviyem odobryayem vashu ideyu.

onderschrijven

We onderschrijven graag uw idee.

сжигать

Он зажег спичку.

szhigat‘

On zazheg spichku.

aansteken

Hij stak een lucifer aan.

убегать

Все убежали от пожара.

ubegat‘

Vse ubezhali ot pozhara.

wegrennen

Iedereen rende weg van het vuur.

сжигать

Не стоит сжигать деньги.

szhigat‘

Ne stoit szhigat‘ den‘gi.

verbranden

Je moet geen geld verbranden.

делать прогресс

Улитки двигаются медленно.

delat‘ progress

Ulitki dvigayutsya medlenno.

vooruitgang boeken

Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

петь

Дети поют песню.

pet‘

Deti poyut pesnyu.

zingen

De kinderen zingen een lied.