Woordenlijst

Afrikaans – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/34567067.webp
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/32180347.webp
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/90309445.webp
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/1502512.webp
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/78973375.webp
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/119520659.webp
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?
cms/verbs-webp/102049516.webp
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/87153988.webp
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/125116470.webp
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.