Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/43532627.webp
leben
Sie leben in einer Wohngemeinschaft.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
cms/verbs-webp/12991232.webp
danken
Ich danke dir ganz herzlich dafür!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/118485571.webp
tun
Sie wollen etwas für ihre Gesundheit tun.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/96531863.webp
durchgehen
Kann die Katze durch dieses Loch durchgehen?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/79582356.webp
entziffern
Er entziffert die kleine Schrift mit einer Lupe.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.