Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/115520617.webp
überfahren
Ein Radfahrer wurde von einem Auto überfahren.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/99392849.webp
entfernen
Wie kann man einen Rotweinfleck entfernen?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/114091499.webp
unterrichten
Der Hund wird von ihr unterrichtet.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/129403875.webp
erklingen
Die Glocke erklingt jeden Tag.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/84506870.webp
sich besaufen
Er besäuft sich fast jeden Abend.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/123648488.webp
vorbeikommen
Die Ärzte kommen jeden Tag bei der Patientin vorbei.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkaufen
Die Händler verkaufen viele Waren.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/15441410.webp
sich aussprechen
Sie will sich bei der Freundin aussprechen.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/100965244.webp
hinabsehen
Sie sieht ins Tal hinab.
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
cms/verbs-webp/91367368.webp
spazieren gehen
Sonntags geht die Familie zusammen spazieren.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/123786066.webp
trinken
Sie trinkt Tee.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppen
Die Frau stoppt ein Auto.
stoppen
De vrouw stopt een auto.