Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/67880049.webp
slippe
Du må ikke slippe grebet!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/99633900.webp
udforske
Mennesker vil udforske Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/60395424.webp
springe rundt
Barnet springer glædeligt rundt.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/74908730.webp
forårsage
For mange mennesker forårsager hurtigt kaos.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/43483158.webp
tage toget
Jeg vil tage derhen med toget.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/33564476.webp
levere
Pizzabudet leverer pizzaen.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/91367368.webp
gå en tur
Familien går en tur om søndagen.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/63244437.webp
dække
Hun dækker sit ansigt.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/115207335.webp
åbne
Pengeskabet kan åbnes med den hemmelige kode.
openen
De kluis kan worden geopend met de geheime code.
cms/verbs-webp/99769691.webp
passere
Toget passerer os.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/93169145.webp
tale
Han taler til sit publikum.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/62788402.webp
godkende
Vi godkender gerne din idé.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.