Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/88615590.webp
beskrive
Hvordan kan man beskrive farver?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/33463741.webp
åbne
Kan du åbne denne dåse for mig?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?
cms/verbs-webp/79201834.webp
forbinde
Denne bro forbinder to kvarterer.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnatte
Vi overnatter i bilen.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/99633900.webp
udforske
Mennesker vil udforske Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/57248153.webp
nævne
Chefen nævnte, at han vil fyre ham.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/115153768.webp
se klart
Jeg kan se alt klart gennem mine nye briller.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/59121211.webp
ringe
Hvem ringede på dørklokken?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/94482705.webp
oversætte
Han kan oversætte mellem seks sprog.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/118483894.webp
nyde
Hun nyder livet.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/61162540.webp
udløse
Røgen udløste alarmen.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handle
Folk handler med brugte møbler.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.