Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/80356596.webp
sige farvel
Kvinden siger farvel.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/98060831.webp
udgive
Forlæggeren udgiver disse magasiner.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/97335541.webp
kommentere
Han kommenterer på politik hver dag.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/84943303.webp
befinde sig
En perle befinder sig inden i skallen.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
cms/verbs-webp/57248153.webp
nævne
Chefen nævnte, at han vil fyre ham.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/80325151.webp
fuldføre
De har fuldført den svære opgave.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stoppe
Du skal stoppe ved det røde lys.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/113415844.webp
forlade
Mange englændere ville forlade EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/121670222.webp
følge
Kyllingerne følger altid deres mor.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/119289508.webp
beholde
Du kan beholde pengene.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/104818122.webp
reparere
Han ville reparere kablet.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/84476170.webp
kræve
Han krævede kompensation fra den person, han havde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.