Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/92612369.webp
parki
La bicikloj estas parkitaj antaŭ la domo.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/118253410.webp
elspezi
Ŝi elspezis ĉiun sian monon.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/99455547.webp
akcepti
Iuj homoj ne volas akcepti la veron.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/19584241.webp
havi dispone
Infanoj nur havas poŝmonon dispone.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
cms/verbs-webp/107299405.webp
demandi
Li demandas ŝin pri pardonado.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
cms/verbs-webp/93393807.webp
okazi
Strangaj aferoj okazas en sonĝoj.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
cms/verbs-webp/115373990.webp
aperi
Granda fiŝo subite aperis en la akvo.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/109542274.webp
lasi tra
Ĉu oni devus lasi rifugintojn tra la limoj?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/111063120.webp
konatiĝi
Fremdaj hundoj volas konatiĝi unu kun la alia.
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
cms/verbs-webp/40094762.webp
veki
La vekhorloĝo vekas ŝin je la 10a atm.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/99207030.webp
alveni
La aviadilo alvenis laŭhore.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/28581084.webp
pendi
Glacikonoj pendas de la tegmento.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.