Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/130770778.webp
putovati
Voli putovati i vidio je mnoge zemlje.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/21342345.webp
svidjeti se
Djetetu se sviđa nova igračka.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/121928809.webp
jačati
Gimnastika jača mišiće.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/123619164.webp
plivati
Redovito pliva.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/74119884.webp
otvarati
Dijete otvara svoj poklon.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/101945694.webp
prespavati
Žele konačno prespavati jednu noć.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/79317407.webp
zapovijedati
On zapovijeda svom psu.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/80356596.webp
oprostiti se
Žena se oprašta.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/63457415.webp
pojednostaviti
Djeci morate pojednostaviti komplicirane stvari.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/99602458.webp
ograničiti
Treba li trgovinu ograničiti?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/63351650.webp
otkazati
Let je otkazan.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/61806771.webp
donijeti
Kurir donosi paket.
brengen
De koerier brengt een pakketje.