Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

otpremiti
Ovaj paket će uskoro biti otpremljen.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

štedjeti
Djevojčica štedi svoj džeparac.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

objasniti
Djed objašnjava svijet svom unuku.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

visjeti
Ležaljka visi s stropa.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

snaći se
Mora se snaći s malo novca.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

ležati nasuprot
Ondje je dvorac - leži točno nasuprot!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!

postaviti
Morate postaviti sat.
instellen
Je moet de klok instellen.

gledati
Svi gledaju u svoje telefone.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

ukloniti
Bager uklanja tlo.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

ostaviti bez riječi
Iznenadi je ostavila bez riječi.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.

prihvatiti
Neki ljudi ne žele prihvatiti istinu.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
