Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/79404404.webp
trebati
Žedan sam, trebam vodu!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/90309445.webp
održati se
Sprovod se održao prekjučer.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
cms/verbs-webp/86064675.webp
gurnuti
Auto je stao i morao je biti gurnut.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/119379907.webp
pogoditi
Moraš pogoditi tko sam.
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/25599797.webp
smanjiti
Štedite novac kada smanjite temperaturu prostorije.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
cms/verbs-webp/47241989.webp
potražiti
Što ne znaš, moraš potražiti.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/75508285.webp
veseliti se
Djeca se uvijek vesele snijegu.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/123203853.webp
uzrokovati
Alkohol može uzrokovati glavobolju.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/106279322.webp
putovati
Volimo putovati Europom.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/108014576.webp
ponovno vidjeti
Napokon se ponovno vide.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/99207030.webp
stići
Avion je stigao na vrijeme.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/65915168.webp
šuštati
Lišće šušti pod mojim nogama.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.