Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

završiti
Ruta završava ovdje.
eindigen
De route eindigt hier.

voljeti
Stvarno voli svog konja.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.

spomenuti
Šef je spomenuo da će ga otpustiti.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

pustiti ispred
Nitko ne želi pustiti ga naprijed na blagajni u supermarketu.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

javiti se
Tko zna nešto može se javiti u razredu.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

spavati
Beba spava.
slapen
De baby slaapt.

pisati
Piše pismo.
schrijven
Hij schrijft een brief.

zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

zaboraviti
Ona ne želi zaboraviti prošlost.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

voditi
Najiskusniji planinar uvijek vodi.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

prespavati
Žele konačno prespavati jednu noć.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
