Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

להציע
האישה מציעה משהו לחברתה.
lhtsy’e
hayshh mtsy’eh mshhv lhbrth.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

לסרב
הילד מסרב לאוכל שלו.
lsrb
hyld msrb lavkl shlv.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.

לבעוט
הם אוהבים לבעוט, אך רק בכדורגל שולחני.
lb’evt
hm avhbym lb’evt, ak rq bkdvrgl shvlhny.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

משמח
השער משמח את אוהדי הכדורגל הגרמניים.
mshmh
hsh’er mshmh at avhdy hkdvrgl hgrmnyym.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

עזב
האיש עוזב.
’ezb
haysh ’evzb.
verlaten
De man vertrekt.

שרף
הוא שרף גפרור.
shrp
hva shrp gprvr.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.

לספר
היא סיפרה לי סוד.
lspr
hya syprh ly svd.
vertellen
Ze vertelde me een geheim.

לברוח
כולם ברחו מהאש.
lbrvh
kvlm brhv mhash.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

מכה
היא מכה את הכדור מעבר לרשת.
mkh
hya mkh at hkdvr m’ebr lrsht.
slaan
Ze slaat de bal over het net.

להכניס
אף אחד לא רוצה להכניס אותו לפניו בקו הקופה בסופרמרקט.
lhknys
ap ahd la rvtsh lhknys avtv lpnyv bqv hqvph bsvprmrqt.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

הופיע
דג עצום הופיע פתאום במים.
hvpy’e
dg ’etsvm hvpy’e ptavm bmym.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
