Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

להביע את עצמך
היא רוצה להביע את עצמה לחברתה.
lhby’e at ’etsmk
hya rvtsh lhby’e at ’etsmh lhbrth.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

לדחוף
המכונית נעצרה והייתה צריכה להדחף.
ldhvp
hmkvnyt n’etsrh vhyyth tsrykh lhdhp.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

להחזיר
הכלב החזיר את הצעצוע.
lhhzyr
hklb hhzyr at hts’etsv’e.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

התדהמה
היא התדהמה כשקיבלה את החדשות.
htdhmh
hya htdhmh kshqyblh at hhdshvt.
verbazen
Ze was verbaasd toen ze het nieuws ontving.

לצאת
היא יוצאת עם הנעליים החדשות.
ltsat
hya yvtsat ’em hn’elyym hhdshvt.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

לחזור
הוא לא יכול לחזור לבד.
lhzvr
hva la ykvl lhzvr lbd.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

נוסע
הרכב נוסע דרך עץ.
nvs’e
hrkb nvs’e drk ’ets.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

הועסק
המועמד הועסק.
hv’esq
hmv’emd hv’esq.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

לעבור
המים היו גבוהים מדי; המשאית לא יכולה לעבור.
l’ebvr
hmym hyv gbvhym mdy; hmshayt la ykvlh l’ebvr.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

תלד
היא תלד בקרוב.
tld
hya tld bqrvb.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.

להגן
קסדה אמורה להגן מפני תאונות.
lhgn
qsdh amvrh lhgn mpny tavnvt.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
