Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/119235815.webp
mylėti
Ji tikrai myli savo arklią.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/90643537.webp
dainuoti
Vaikai dainuoja dainą.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/89869215.webp
spirti
Jie mėgsta spirti, bet tik stalo futbolo žaidime.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/111615154.webp
parvežti
Mama parveža dukrą namo.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/114052356.webp
sudegti
Mėsa negali sudegti ant grilio.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/84472893.webp
važiuoti
Vaikai mėgsta važinėtis dviračiais ar paspirtukais.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/91930542.webp
sustabdyti
Moteris-policininkė sustabdo automobilį.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/115847180.webp
padėti
Visi padeda pastatyti palapinę.
helpen
Iedereen helpt de tent opzetten.
cms/verbs-webp/79404404.webp
reikėti
Aš ištroškęs, man reikia vandens!
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
cms/verbs-webp/123203853.webp
sukelti
Alkoholis gali sukelti galvos skausmą.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/111892658.webp
pristatyti
Jis pristato picas į namus.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/118596482.webp
ieškoti
Aš ieškau grybų rudenį.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.