Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/85860114.webp
eiti toliau
Šiame taške jūs negalite eiti toliau.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/96061755.webp
tarnauti
Šiandien mus aptarnauja pats šefas.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/91643527.webp
įstrigti
Aš įstrigau ir nerandu išeities.
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
cms/verbs-webp/123213401.webp
nekęsti
Du berniukai vienas kito nekenčia.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/63645950.webp
bėgti
Ji kas rytą bėga ant paplūdimio.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/113316795.webp
prisijungti
Jūs turite prisijungti su savo slaptažodžiu.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/106787202.webp
grįžti
Tėtis pagaliau grįžo namo!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/46998479.webp
aptarti
Jie aptaria savo planus.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/104167534.webp
turėti
Aš turiu raudoną sportinį automobilį.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/120193381.webp
tekėti
Porai ką tik tekėjo.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/28581084.webp
pakaboti
Stalaktitai pakaboti nuo stogo.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/108118259.webp
pamiršti
Ji dabar pamiršo jo vardą.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.