Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/119847349.webp
girdėti
Aš tavęs negirdžiu!
horen
Ik kan je niet horen!
cms/verbs-webp/55788145.webp
uždengti
Vaikas uždenge savo ausis.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/104818122.webp
remontuoti
Jis norėjo remontuoti laidą.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/80552159.webp
veikti
Motociklas sugedo; jis daugiau neveikia.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/119335162.webp
judėti
Sveika daug judėti.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/50772718.webp
atšaukti
Sutartis buvo atšaukta.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/78773523.webp
padidinti
Gyventojų skaičius žymiai padidėjo.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignoruoti
Vaikas ignoruoja savo motinos žodžius.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/105224098.webp
patvirtinti
Ji galėjo patvirtinti gerąsias naujienas savo vyrui.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/117421852.webp
tapti draugais
Abi tapo draugėmis.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
cms/verbs-webp/853759.webp
išparduoti
Prekės yra išparduojamos.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/20225657.webp
reikalauti
Mano anūkas iš manęs reikalauja daug.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.