Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/82845015.webp
pranešti
Visi laive praneša kapitonui.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/100466065.webp
palikti
Galite palikti cukrų arbatoje.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/120282615.webp
investuoti
Kur turėtume investuoti savo pinigus?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/853759.webp
išparduoti
Prekės yra išparduojamos.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/100011930.webp
pasakyti
Ji jai pasako paslaptį.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/127554899.webp
mėgti
Mūsų dukra neskaito knygų; ji mėgsta savo telefoną.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/123947269.webp
stebėti
Čia viskas yra stebima kameromis.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/5135607.webp
išsikraustyti
Kaimynas išsikrausto.
verhuizen
De buurman verhuist.
cms/verbs-webp/128159501.webp
maišyti
Reikia sumaišyti įvairius ingredientus.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/68212972.webp
pasakyti
Kas žino kažką, gali pasakyti pamokoje.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stovėti
Kalnų lipikas stovi ant viršūnės.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/78342099.webp
galioja
Viza nebegalioja.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.