Woordenlijst

Leer werkwoorden – Spaans

cms/verbs-webp/58292283.webp
exigir
Él está exigiendo compensación.
eisen
Hij eist compensatie.
cms/verbs-webp/65915168.webp
susurrar
Las hojas susurran bajo mis pies.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/84314162.webp
extender
Él extendió los brazos de par en par.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/23258706.webp
elevar
El helicóptero eleva a los dos hombres.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/105875674.webp
patear
En artes marciales, debes poder patear bien.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.