Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/27076371.webp
aparteni
Mia edzino apartenas al mi.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/60111551.webp
preni
Ŝi devas preni multe da medikamentoj.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
cms/verbs-webp/59121211.webp
sonorigi
Kiu sonorigis la pordon?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/106665920.webp
senti
La patrino sentas multe da amo por sia infano.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/20225657.webp
postuli
Mia nepo postulas multon de mi.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/127720613.webp
manki
Lin tre mankas sia koramikino.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/61826744.webp
krei
Kiu kreis la Teron?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
cms/verbs-webp/23258706.webp
suprentiri
La helikoptero suprentiras la du virojn.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/105934977.webp
generi
Ni generas elektron per vento kaj sunlumo.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/104476632.webp
lavi
Mi ne ŝatas lavi la telerojn.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/125319888.webp
kovri
Ŝi kovras sian hararon.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/78063066.webp
konservi
Mi konservas mian monon en mia noktotablo.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.