Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/103232609.webp
ekspozicii
Moderna arto estas ekspoziciata ĉi tie.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/91930309.webp
importi
Ni importas fruktojn el multaj landoj.
importeren
We importeren fruit uit veel landen.
cms/verbs-webp/90321809.webp
elspezi
Ni devas elspezi multe da mono por riparoj.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/95655547.webp
lasi antaŭen
Neniu volas lasi lin antaŭen ĉe la supermerkata kaso.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/108350963.webp
riĉigi
Spicoj riĉigas nian manĝaĵon.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/123211541.webp
negi
Hodiaŭ multe negis.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
cms/verbs-webp/74908730.webp
kaŭzi
Tro da homoj rapide kaŭzas ĥaoson.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/119404727.webp
fari
Vi devis fari tion antaŭ horo!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
cms/verbs-webp/11579442.webp
ĵeti al
Ili ĵetas la pilkon al si reciproke.
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
cms/verbs-webp/91643527.webp
bloki
Mi estas blokita kaj ne povas trovi elirejon.
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
cms/verbs-webp/75487437.webp
gvidi
La plej sperta montmarŝanto ĉiam gvidas.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/130288167.webp
purigi
Ŝi purigas la kuirejon.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.