Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/123519156.webp
pasigi
Ŝi pasigas ĉian sian liberan tempon ekstere.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
cms/verbs-webp/93221279.webp
bruli
Fajro brulas en la kameno.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/38753106.webp
paroli
Oni ne devus paroli tro laŭte en la kinejo.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
cms/verbs-webp/107852800.webp
rigardi
Ŝi rigardas tra binoklo.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/95543026.webp
partopreni
Li partoprenas en la vetkuro.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
cms/verbs-webp/66787660.webp
pentri
Mi volas pentri mian apartamenton.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/70055731.webp
foriri
La trajno foriras.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/124274060.webp
forlasi
Ŝi forlasis al mi tranĉon de pico.
achterlaten
Ze liet een stuk pizza voor me achter.
cms/verbs-webp/42111567.webp
erari
Pripensu zorge por ke vi ne eraru!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/53646818.webp
enlasi
Estis neganta ekstere kaj ni enlasis ilin.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/103797145.webp
dungi
La firmao volas dungi pli da homoj.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/40946954.webp
ordigi
Li ŝatas ordigi siajn poŝtmarkojn.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.