Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/94555716.webp
become
They have become a good team.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/90292577.webp
get through
The water was too high; the truck couldn’t get through.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/94909729.webp
wait
We still have to wait for a month.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/118588204.webp
wait
She is waiting for the bus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/84506870.webp
get drunk
He gets drunk almost every evening.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/61162540.webp
trigger
The smoke triggered the alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/102447745.webp
cancel
He unfortunately canceled the meeting.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/118483894.webp
enjoy
She enjoys life.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/78309507.webp
cut out
The shapes need to be cut out.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/102823465.webp
show
I can show a visa in my passport.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/75281875.webp
take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/58477450.webp
rent out
He is renting out his house.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.