Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

find one’s way back
I can’t find my way back.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

protect
Children must be protected.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.

go out
The kids finally want to go outside.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.

ignore
The child ignores his mother’s words.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.

throw
He throws the ball into the basket.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.

repeat
My parrot can repeat my name.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.

cut up
For the salad, you have to cut up the cucumber.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.

lead
The most experienced hiker always leads.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

correct
The teacher corrects the students’ essays.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

destroy
The files will be completely destroyed.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

show
I can show a visa in my passport.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
