Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

cancel
He unfortunately canceled the meeting.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

endorse
We gladly endorse your idea.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.

move in together
The two are planning to move in together soon.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

stop
The woman stops a car.
stoppen
De vrouw stopt een auto.

waste
Energy should not be wasted.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.

begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.

rent out
He is renting out his house.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.

update
Nowadays, you have to constantly update your knowledge.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

pass
Time sometimes passes slowly.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.

arrive
He arrived just in time.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.

pull up
The taxis have pulled up at the stop.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
