Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

forget
She doesn’t want to forget the past.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

cancel
He unfortunately canceled the meeting.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.

set
The date is being set.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.

repair
He wanted to repair the cable.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.

forgive
She can never forgive him for that!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!

change
A lot has changed due to climate change.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

let in
One should never let strangers in.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.

return
The teacher returns the essays to the students.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

forgive
I forgive him his debts.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.

stop
The woman stops a car.
stoppen
De vrouw stopt een auto.

create
Who created the Earth?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
