Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

入る
地下鉄が駅に入ってきたところです。
Hairu
chikatetsu ga eki ni haitte kita tokorodesu.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

存在する
恐竜は今日ではもう存在しません。
Sonzai suru
kyōryū wa kyōde wa mō sonzai shimasen.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

提供する
私の魚に対して、何を提供していますか?
Teikyō suru
watashi no sakana ni taishite, nani o teikyō shite imasu ka?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

見せびらかす
彼はお金を見せびらかすのが好きです。
Misebirakasu
kare wa okane o misebirakasu no ga sukidesu.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

消費する
彼女はケーキの一切れを消費します。
Shōhi suru
kanojo wa kēki no hitokire o shōhi shimasu.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.

好む
子供は新しいおもちゃが好きです。
Konomu
kodomo wa atarashī omocha ga sukidesu.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.

疑う
彼は彼の彼女だと疑っています。
Utagau
kare wa kare no kanojoda to utagatte imasu.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

管理する
あなたの家族でお金を管理しているのは誰ですか?
Kanri suru
anata no kazoku de okane o kanri shite iru no wa daredesu ka?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

止める
婦人警官が車を止めました。
Tomeru
fujin keikan ga kuruma o tomemashita.
stoppen
De agente stopt de auto.

読む
私は眼鏡なしでは読めません。
Yomu
watashi wa megane nashide wa yomemasen.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

簡略化する
子供のために複雑なものを簡略化する必要があります。
Kanryaku-ka suru
kodomo no tame ni fukuzatsuna mono o kanryaku-ka suru hitsuyō ga arimasu.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
