Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans
守る
ヘルメットは事故から守ることが期待されます。
Mamoru
herumetto wa jiko kara mamoru koto ga kitai sa remasu.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
横たわる
子供たちは草の中で一緒に横たわっています。
Yokotawaru
kodomo-tachi wa kusa no naka de issho ni yokotawatte imasu.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
書き留める
彼女は彼女のビジネスアイディアを書き留めたいです。
Kakitomeru
kanojo wa kanojo no bijinesu aidia o kakitometaidesu.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
証明する
彼は数学の式を証明したいです。
Shōmei suru
kare wa sūgaku no shiki o shōmei shitaidesu.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
開く
お祭りは花火で開かれた。
Hiraku
omatsuri wa hanabi de aka reta.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
接続する
この橋は二つの地域を接続しています。
Setsuzoku suru
kono hashi wa futatsu no chiiki o setsuzoku shite imasu.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
抗議する
人々は不正義に対して抗議します。
Kōgi suru
hitobito wa fu seigi ni taishite kōgi shimasu.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
ぶら下がる
天井からハンモックがぶら下がっています。
Burasagaru
tenjō kara hanmokku ga burasagatte imasu.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
過ごす
彼女はすべての自由な時間を外で過ごします。
Sugosu
kanojo wa subete no jiyūna jikan o soto de sugoshimasu.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.
通過する
電車が私たちのそばを通過しています。
Tsūka suru
densha ga watashitachi no soba o tsūka shite imasu.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
話す
誰かが彼と話すべきです; 彼はとても寂しいです。
Hanasu
darekaga kare to hanasubekidesu; kare wa totemo sabishīdesu.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.