Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/113966353.webp
serve
The waiter serves the food.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/67095816.webp
move in together
The two are planning to move in together soon.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/38296612.webp
exist
Dinosaurs no longer exist today.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/73880931.webp
clean
The worker is cleaning the window.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/109588921.webp
turn off
She turns off the alarm clock.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/109434478.webp
open
The festival was opened with fireworks.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/105681554.webp
cause
Sugar causes many diseases.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/60111551.webp
take
She has to take a lot of medication.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
cms/verbs-webp/110347738.webp
delight
The goal delights the German soccer fans.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/93792533.webp
mean
What does this coat of arms on the floor mean?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/95190323.webp
vote
One votes for or against a candidate.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/113316795.webp
log in
You have to log in with your password.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.