Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/86064675.webp
druk
Die motor het gestop en moes gedruk word.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/19351700.webp
verskaf
Strandstoele word aan vakansiegangers verskaf.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/96628863.webp
spaar
Die meisie spaar haar sakgeld.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouers moenie hul kinders slaan nie.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walg
Sy walg vir spinnekoppe.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/122632517.webp
verkeerd gaan
Alles gaan vandag verkeerd!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
cms/verbs-webp/115373990.webp
verskyn
’n Groot vis het skielik in die water verskyn.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/45022787.webp
doodmaak
Ek sal die vlieg doodmaak!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/73488967.webp
ondersoek
Bloed monsters word in hierdie laboratorium ondersoek.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/32685682.webp
bewus wees van
Die kind is bewus van sy ouers se argument.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
cms/verbs-webp/74009623.webp
toets
Die motor word in die werkswinkel getoets.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkeer
Die fietse is voor die huis geparkeer.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.