Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeraak laat
Die natuur is onaangeraak gelaat.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/60625811.webp
vernietig
Die lêers sal heeltemal vernietig word.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sit
Baie mense sit in die kamer.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/15353268.webp
uitdruk
Sy druk die suurlemoen uit.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
cms/verbs-webp/55128549.webp
gooi
Hy gooi die bal in die mandjie.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.
cms/verbs-webp/98294156.webp
handel
Mense handel in gebruikte meubels.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrek
Ons vakansiegaste het gister vertrek.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/87205111.webp
oorneem
Die sprinkane het oorgeneem.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/115172580.webp
bewys
Hy wil ’n wiskundige formule bewys.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/66441956.webp
neerskryf
Jy moet die wagwoord neerskryf!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/40946954.webp
sorteer
Hy hou daarvan om sy posseëls te sorteer.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/99455547.webp
aanvaar
Sommige mense wil nie die waarheid aanvaar nie.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.