Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans
druk
Die motor het gestop en moes gedruk word.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
verskaf
Strandstoele word aan vakansiegangers verskaf.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
spaar
Die meisie spaar haar sakgeld.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
slaan
Ouers moenie hul kinders slaan nie.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
walg
Sy walg vir spinnekoppe.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
verkeerd gaan
Alles gaan vandag verkeerd!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
verskyn
’n Groot vis het skielik in die water verskyn.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
doodmaak
Ek sal die vlieg doodmaak!
doden
Ik zal de vlieg doden!
ondersoek
Bloed monsters word in hierdie laboratorium ondersoek.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
bewus wees van
Die kind is bewus van sy ouers se argument.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.
toets
Die motor word in die werkswinkel getoets.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.