Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/118011740.webp
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
bou
Die kinders bou ’n hoë toring.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
bevat
Vis, kaas, en melk bevat baie proteïen.
cms/verbs-webp/79322446.webp
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
stel voor
Hy stel sy nuwe vriendin aan sy ouers voor.
cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
brand
Jy moet nie geld brand nie.
cms/verbs-webp/92207564.webp
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
ry
Hulle ry so vinnig as wat hulle kan.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
vermeerder
Die bevolking het aansienlik vermeerder.
cms/verbs-webp/118765727.webp
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
belas
Kantoorwerk belas haar baie.
cms/verbs-webp/123170033.webp
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
bankrot gaan
Die besigheid sal waarskynlik binnekort bankrot gaan.
cms/verbs-webp/115224969.webp
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
vergewe
Ek vergewe hom sy skulde.
cms/verbs-webp/87317037.webp
spelen
Het kind speelt liever alleen.
speel
Die kind verkies om alleen te speel.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
vermy
Sy vermy haar kollega.
cms/verbs-webp/101938684.webp
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
uitvoer
Hy voer die herstelwerk uit.