Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/118253410.webp
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
spandeer
Sy het al haar geld gespandeer.
cms/verbs-webp/124575915.webp
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
verbeter
Sy wil haar figuur verbeter.
cms/verbs-webp/90643537.webp
zingen
De kinderen zingen een lied.
sing
Die kinders sing ’n lied.
cms/verbs-webp/79404404.webp
nodig hebben
Ik heb dorst, ik heb water nodig!
nodig hê
Ek’s dors, ek het water nodig!
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
let
’n Mens moet op die padtekens let.
cms/verbs-webp/112407953.webp
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
luister
Sy luister en hoor ’n geluid.
cms/verbs-webp/68561700.webp
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
ooplaat
Wie die vensters ooplaat, nooi inbrekers uit!
cms/verbs-webp/123648488.webp
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
gaan loer
Die dokters gaan elke dag by die pasiënt loer.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sturen
Ik stuur je een brief.
stuur
Ek stuur vir jou ’n brief.
cms/verbs-webp/120686188.webp
studeren
De meisjes studeren graag samen.
studeer
Die meisies hou daarvan om saam te studeer.
cms/verbs-webp/107407348.webp
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
rondreis
Ek het baie rond die wêreld gereis.
cms/verbs-webp/96476544.webp
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
stel vas
Die datum word vasgestel.