Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/99725221.webp
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
lieg
Soms moet mens in ’n noodgeval lieg.
cms/verbs-webp/103232609.webp
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
uitstal
Moderne kuns word hier uitgestal.
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnachten
We overnachten in de auto.
oornag
Ons oornag in die kar.
cms/verbs-webp/96668495.webp
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
druk
Boeke en koerante word gedruk.
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
gooi na
Hulle gooi die bal na mekaar.
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
verkoop
Die handelaars verkoop baie goedere.
cms/verbs-webp/82378537.webp
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
wegdoen
Hierdie ou rubber bande moet afsonderlik weggedoen word.
cms/verbs-webp/90292577.webp
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
deurkom
Die water was te hoog; die vragmotor kon nie deurkom nie.
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
uitsluit
Die groep sluit hom uit.
cms/verbs-webp/56994174.webp
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
kom uit
Wat kom uit die eier uit?
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
roep
Die seun roep so hard soos hy kan.
cms/verbs-webp/90821181.webp
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
klop
Hy het sy teenstander in tennis geklop.