Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/75195383.webp
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
wees
Jy moet nie hartseer wees nie!
cms/verbs-webp/1422019.webp
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
herhaal
My papegaai kan my naam herhaal.
cms/verbs-webp/112970425.webp
boos worden
Ze wordt boos omdat hij altijd snurkt.
ontsteld raak
Sy raak ontsteld omdat hy altyd snork.
cms/verbs-webp/114379513.webp
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
bedek
Die waterlelies bedek die water.
cms/verbs-webp/97784592.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
let
’n Mens moet op die padtekens let.
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
verstaan
Ek kan jou nie verstaan nie!
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
dans
Hulle dans ’n tango uit liefde.
cms/verbs-webp/129203514.webp
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
gesels
Hy gesels dikwels met sy buurman.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kopen
Ze willen een huis kopen.
koop
Hulle wil ’n huis koop.
cms/verbs-webp/23258706.webp
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
optrek
Die helikopter trek die twee mans op.
cms/verbs-webp/120801514.webp
missen
Ik zal je zo erg missen!
mis
Ek gaan jou so baie mis!
cms/verbs-webp/90773403.webp
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
volg
My hond volg my as ek hardloop.