Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/119501073.webp
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
lê oorkant
Daar is die kasteel - dit lê reg oorkant!
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
parkeer
Die motors is in die ondergrondse parkeergarage geparkeer.
cms/verbs-webp/85010406.webp
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
spring oor
Die atleet moet oor die hindernis spring.
cms/verbs-webp/81236678.webp
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
mis
Sy het ’n belangrike afspraak gemis.
cms/verbs-webp/122010524.webp
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
onderneem
Ek het al baie reise onderneem.
cms/verbs-webp/93393807.webp
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.
gebeur
Vreemde dinge gebeur in drome.