Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/127620690.webp
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
belas
Maatskappye word op verskeie maniere belas.
cms/verbs-webp/129403875.webp
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
lui
Die klok lui elke dag.
cms/verbs-webp/120900153.webp
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
buite gaan
Die kinders wil uiteindelik buite gaan.
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
ondersoek
Bloed monsters word in hierdie laboratorium ondersoek.
cms/verbs-webp/63645950.webp
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
hardloop
Sy hardloop elke oggend op die strand.
cms/verbs-webp/106725666.webp
controleren
Hij controleert wie daar woont.
kyk na
Hy kyk na wie daar woon.
cms/verbs-webp/92456427.webp
kopen
Ze willen een huis kopen.
koop
Hulle wil ’n huis koop.
cms/verbs-webp/108991637.webp
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
vermy
Sy vermy haar kollega.
cms/verbs-webp/36190839.webp
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
veg
Die brandweer beveg die brand vanuit die lug.
cms/verbs-webp/119188213.webp
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
stem
Die kiesers stem vandag oor hul toekoms.
cms/verbs-webp/71612101.webp
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
binnegaan
Die ondergrondse het nou die stasie binngegaan.
cms/verbs-webp/89635850.webp
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
skakel
Sy het die foon opgetel en die nommer geskakel.