Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/77646042.webp
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
brand
Jy moet nie geld brand nie.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
protes
Mense protes teen onreg.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
bevestig
Sy kon die goeie nuus aan haar man bevestig.
cms/verbs-webp/81236678.webp
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
mis
Sy het ’n belangrike afspraak gemis.
cms/verbs-webp/108520089.webp
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
bevat
Vis, kaas, en melk bevat baie proteïen.
cms/verbs-webp/109099922.webp
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
herinner
Die rekenaar herinner my aan my afsprake.
cms/verbs-webp/78932829.webp
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
ondersteun
Ons ondersteun ons kind se kreatiwiteit.
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
dans
Hulle dans ’n tango uit liefde.
cms/verbs-webp/106608640.webp
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
gebruik
Selfs klein kinders gebruik tablette.
cms/verbs-webp/118253410.webp
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
spandeer
Sy het al haar geld gespandeer.
cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
verstaan
’n Mens kan nie alles oor rekenaars verstaan nie.
cms/verbs-webp/32796938.webp
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
stuur af
Sy wil die brief nou afstuur.