Woordeskat

Leer Werkwoorde – Nederlands

cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
volg
Die kuikentjies volg altyd hul ma.
cms/verbs-webp/104849232.webp
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
geboorte gee
Sy sal binnekort geboorte gee.
cms/verbs-webp/91906251.webp
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
roep
Die seun roep so hard soos hy kan.
cms/verbs-webp/118343897.webp
samenwerken
We werken samen als een team.
saamwerk
Ons werk saam as ’n span.
cms/verbs-webp/118567408.webp
denken
Wie denk je dat sterker is?
dink
Wie dink jy is sterker?
cms/verbs-webp/85968175.webp
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
beskadig
Twee motors is in die ongeluk beskadig.
cms/verbs-webp/84850955.webp
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
verander
Baie het verander as gevolg van klimaatsverandering.
cms/verbs-webp/115628089.webp
bereiden
Ze bereidt een taart.
voorberei
Sy berei ’n koek voor.
cms/verbs-webp/119952533.webp
smaken
Dit smaakt echt goed!
proe
Dit proe regtig lekker!
cms/verbs-webp/68841225.webp
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
verstaan
Ek kan jou nie verstaan nie!
cms/verbs-webp/73488967.webp
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
ondersoek
Bloed monsters word in hierdie laboratorium ondersoek.
cms/verbs-webp/100634207.webp
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
verduidelik
Sy verduidelik aan hom hoe die toestel werk.