Woordeskat
Leer Werkwoorde – Nederlands

tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
uitstal
Moderne kuns word hier uitgestal.

schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
maak skoon
Die werker maak die venster skoon.

ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
ontslaan
Die baas het hom ontslaan.

schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
skop
Wees versigtig, die perd kan skop!

corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
korrekteer
Die onderwyser korrekteer die studente se opstelle.

serveren
De ober serveert het eten.
bedien
Die kelner bedien die kos.

tellen
Ze telt de munten.
tel
Sy tel die muntstukke.

vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
vriende word
Die twee het vriende geword.

rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
ry
Kinders hou daarvan om fietse of stootskooters te ry.

meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
saamneem
Ons het ’n Kersboom saamgeneem.

uitgaan
Ze stapt uit de auto.
uitklim
Sy klim uit die motor uit.
