Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans
verloor
My sleutel het vandag verloor gegaan!
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
vervaardig
Een kan goedkoper met robotte vervaardig.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
begin
Die stappers het vroeg in die oggend begin.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
besoek
Sy besoek Parys.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
agtervolg
Die cowboy agtervolg die perde.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
verbygaan
Tyd gaan soms stadig verby.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
dans
Hulle dans ’n tango uit liefde.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
verkeerd gaan
Alles gaan vandag verkeerd!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
saamdink
Jy moet saamdink in kaartspelletjies.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
saamry
Mag ek saam met jou ry?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
vergeet
Sy het nou sy naam vergeet.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.