Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/87994643.webp
caminar
El grup va caminar per un pont.
wandelen
De groep wandelde over een brug.
cms/verbs-webp/14606062.webp
tenir dret
Les persones grans tenen dret a una pensió.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
cms/verbs-webp/34567067.webp
buscar
La policia està buscant el culpable.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/86583061.webp
pagar
Ella va pagar amb targeta de crèdit.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/118026524.webp
rebre
Puc rebre internet molt ràpid.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/57207671.webp
acceptar
No puc canviar això, he d’acceptar-ho.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/49374196.webp
acomiadar
El meu cap m’ha acomiadat.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
cms/verbs-webp/119425480.webp
pensar
Has de pensar molt en escacs.
denken
Je moet veel denken bij schaken.
cms/verbs-webp/102853224.webp
reunir
El curs de llengua reuneix estudiants de tot el món.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/63244437.webp
cobrir
Ella cobreix la seva cara.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.
cms/verbs-webp/97593982.webp
preparar
S’ha preparat un esmorzar deliciós!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/90821181.webp
vèncer
Ell va vèncer el seu oponent al tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.