Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/61245658.webp
saltar fora
El peix salta fora de l’aigua.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/103232609.webp
exhibir
Aquí s’exhibeix art modern.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/23258706.webp
hissar
L’helicòpter hissa els dos homes.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/83661912.webp
preparar
Ells preparen un àpat deliciós.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/120870752.webp
treure
Com pensa treure aquest peix tan gran?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/67880049.webp
deixar anar
No has de deixar anar el manillar!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/114993311.webp
veure
Pots veure millor amb ulleres.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/9435922.webp
apropar-se
Els cargols s’apropen l’un a l’altre.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/42212679.webp
treballar per
Ell va treballar dur per obtenir bones notes.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/78309507.webp
tallar
Cal tallar les formes.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancel·lar
El vol està cancel·lat.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/110646130.webp
cobrir
Ella ha cobert el pa amb formatge.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.