Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/109588921.webp
apagar
Ella apaga el despertador.

uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/112444566.webp
parlar amb
Algú hauria de parlar amb ell; està molt sol.

praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/47225563.webp
pensar conjuntament
Has de pensar conjuntament en els jocs de cartes.

meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/120128475.webp
pensar
Ella sempre ha de pensar en ell.

denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/117490230.webp
demanar
Ella demana un esmorzar per ella mateixa.

bestellen
Ze bestelt ontbijt voor zichzelf.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publicar
La publicitat es publica sovint als diaris.

publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/129002392.webp
explorar
Els astronautes volen explorar l’espai exterior.

verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/27076371.webp
pertànyer
La meva dona em pertany.

toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/123380041.webp
succeir
Li va succeir alguna cosa en l’accident laboral?

overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/105681554.webp
causar
El sucre causa moltes malalties.

veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/30793025.webp
presumir
A ell li agrada presumir dels seus diners.

pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/122153910.webp
dividir
Es divideixen les tasques de la casa entre ells.

verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.