Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/57248153.webp
esmentar
El cap va esmentar que el despatxaria.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.
cms/verbs-webp/124053323.webp
enviar
Ell està enviant una carta.
sturen
Hij stuurt een brief.
cms/verbs-webp/8482344.webp
petonejar
Ell petoneja el nadó.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/129945570.webp
respondre
Ella va respondre amb una pregunta.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/77581051.webp
oferir
Què m’ofereixes pel meu peix?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/92145325.webp
mirar
Ella mira a través d’un forat.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/40946954.webp
ordenar
A ell li agrada ordenar els seus segells.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/6307854.webp
venir
La sort està venint cap a tu.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
cms/verbs-webp/125319888.webp
cobrir
Ella cobreix el seu cabell.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/73649332.webp
cridar
Si vols ser escoltat, has de cridar el teu missatge fortament.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/60625811.webp
destruir
Els fitxers seran completament destruïts.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/114231240.webp
mentir
Ell sovint menteix quan vol vendre alguna cosa.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.