Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

pagar
Ella va pagar amb targeta de crèdit.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.

influenciar
No et deixis influenciar pels altres!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!

cobrir
Ella cobreix la seva cara.
bedekken
Ze bedekt haar gezicht.

empènyer
El cotxe s’ha aturat i ha hagut de ser empès.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.

estar interconnectat
Tots els països de la Terra estan interconnectats.
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.

mirar
Tothom està mirant els seus telèfons.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

fugir
Tothom va fugir del foc.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

descobrir
Els mariners han descobert una terra nova.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

desenvolupar
Estan desenvolupant una nova estratègia.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.

beure
Ella beu te.
drinken
Ze drinkt thee.

treure
Com pensa treure aquest peix tan gran?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
