Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

sprejeti
Nekateri ljudje nočejo sprejeti resnice.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

protestirati
Ljudje protestirajo proti krivicam.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.

vstopiti
Ladja vstopa v pristanišče.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.

miniti
Srednji vek je minil.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.

zgoditi se
V sanjah se zgodijo čudne stvari.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

navaditi se
Otroci se morajo navaditi čiščenja zob.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.

odpeljati domov
Po nakupovanju se oba odpeljeta domov.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

uničiti
Datoteke bodo popolnoma uničene.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

uporabljati
V požaru uporabljamo plinske maske.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

prekriti
Otrok si prekrije ušesa.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.

zbežati
Vsi so zbežali pred ognjem.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
