Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

testirati
Avto se testira v delavnici.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

razumeti se
Končajta svoj prepir in se končno razumita!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

presenetiti
Starša je presenetila z darilom.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

omejiti
Ograje omejujejo našo svobodo.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

popraviti
Učitelj popravlja naloge učencev.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

združiti
Jezikovni tečaj združuje študente z vsega sveta.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

približati se
Polži se približujejo drug drugemu.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.

napredovati
Polži napredujejo počasi.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.

plavati
Redno plava.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

prilagoditi
Tkanina je prilagojena po meri.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
