Woordenlijst

Leer werkwoorden – Lets

cms/verbs-webp/118232218.webp
aizsargāt
Bērniem ir jāaizsargā.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/113393913.webp
piebraukt
Taksometri piebrauc pie pieturas.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/96628863.webp
ietaupīt
Meitene ietaupa savu kabatas naudu.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/114593953.webp
satikt
Viņi pirmo reizi satikās internetā.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/105934977.webp
ģenerēt
Mēs ģenerējam elektroenerģiju ar vēju un saules gaismu.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/80060417.webp
braukt prom
Viņa brauc prom ar savu auto.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/96668495.webp
drukāt
Grāmatas un avīzes tiek drukātas.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/75195383.webp
būt
Tu nedrīksti būt skumjš!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/41918279.webp
aizbēgt
Mūsu dēls gribēja aizbēgt no mājām.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/853759.webp
izpārdot
Preces tiek izpārdotas.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/90643537.webp
dziedāt
Bērni dzied dziesmu.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/3270640.webp
sekot
Kovbojs seko zirgiem.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.