Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

보상하다
그는 메달로 보상받았다.
bosanghada
geuneun medallo bosangbad-assda.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.

버리다
이 오래된 고무 타이어는 별도로 버려져야 합니다.
beolida
i olaedoen gomu taieoneun byeoldolo beolyeojyeoya habnida.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

저축하다
내 아이들은 스스로 돈을 저축했다.
jeochughada
nae aideul-eun seuseulo don-eul jeochughaessda.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

청소하다
근로자가 창문을 청소하고 있다.
cheongsohada
geunlojaga changmun-eul cheongsohago issda.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

다시 보다
그들은 드디어 서로 다시 본다.
dasi boda
geudeul-eun deudieo seolo dasi bonda.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

들어가다
지하철이 방금 역에 들어왔다.
deul-eogada
jihacheol-i bang-geum yeog-e deul-eowassda.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

켜다
TV를 켜라!
kyeoda
TVleul kyeola!
aanzetten
Zet de TV aan!

바꾸다
자동차 정비사가 타이어를 바꾸고 있습니다.
bakkuda
jadongcha jeongbisaga taieoleul bakkugo issseubnida.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

매달리다
지붕에서 얼음이 매달려 있다.
maedallida
jibung-eseo eol-eum-i maedallyeo issda.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

공부하다
내 대학에는 많은 여성들이 공부하고 있다.
gongbuhada
nae daehag-eneun manh-eun yeoseongdeul-i gongbuhago issda.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

만들다
누가 지구를 만들었나요?
mandeulda
nuga jiguleul mandeul-eossnayo?
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
