Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

점령하다
메뚜기가 점령했다.
jeomlyeonghada
mettugiga jeomlyeonghaessda.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.

남겨두다
나는 매달 나중을 위해 돈을 좀 남겨두고 싶다.
namgyeoduda
naneun maedal najung-eul wihae don-eul jom namgyeodugo sipda.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

나누다
그들은 집안일을 서로 나눕니다.
nanuda
geudeul-eun jib-an-il-eul seolo nanubnida.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

발송하다
이 패키지는 곧 발송될 것이다.
balsonghada
i paekijineun god balsongdoel geos-ida.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

자제하다
너무 많은 돈을 쓸 수 없어; 나는 자제해야 한다.
jajehada
neomu manh-eun don-eul sseul su eobs-eo; naneun jajehaeya handa.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.

늦잠 자다
그들은 하룻밤이라도 늦잠을 자고 싶다.
neuj-jam jada
geudeul-eun halusbam-ilado neuj-jam-eul jago sipda.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.

권리가 있다
노인들은 연금을 받을 권리가 있다.
gwonliga issda
noindeul-eun yeongeum-eul bad-eul gwonliga issda.
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.

쫓아내다
한 마리의 백조가 다른 백조를 쫓아냈다.
jjoch-anaeda
han maliui baegjoga daleun baegjoleul jjoch-anaessda.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.

업데이트하다
요즘에는 지식을 계속 업데이트해야 합니다.
eobdeiteuhada
yojeum-eneun jisig-eul gyesog eobdeiteuhaeya habnida.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

흉내내다
그 아이는 비행기를 흉내낸다.
hyungnaenaeda
geu aineun bihaeng-gileul hyungnaenaenda.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

주차하다
차들은 지하 주차장에 주차되어 있다.
juchahada
chadeul-eun jiha juchajang-e juchadoeeo issda.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
