Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (UK)

search
The burglar searches the house.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.

drive through
The car drives through a tree.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

receive
I can receive very fast internet.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

feel
She feels the baby in her belly.
voelen
Ze voelt de baby in haar buik.

destroy
The files will be completely destroyed.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

arrive
Many people arrive by camper van on vacation.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

swim
She swims regularly.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.

comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

limit
Fences limit our freedom.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

drive
The cowboys drive the cattle with horses.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.

tell
I have something important to tell you.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
