Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/90539620.webp
pass
Time sometimes passes slowly.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/77738043.webp
start
The soldiers are starting.
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/75195383.webp
be
You shouldn’t be sad!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/103163608.webp
count
She counts the coins.
tellen
Ze telt de munten.
cms/verbs-webp/123834435.webp
take back
The device is defective; the retailer has to take it back.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/93221279.webp
burn
A fire is burning in the fireplace.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/115172580.webp
prove
He wants to prove a mathematical formula.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/47802599.webp
prefer
Many children prefer candy to healthy things.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/67624732.webp
fear
We fear that the person is seriously injured.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
cms/verbs-webp/34725682.webp
suggest
The woman suggests something to her friend.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/58477450.webp
rent out
He is renting out his house.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/119335162.webp
move
It’s healthy to move a lot.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.